In september werd start-up Ioniqa benoemd tot Nationaal Icoon vanwege zijn methode om plastic eindeloos te recyclen. Na acht jaar ontwikkelen is het bedrijf toe aan het echte industriële werk.
Ioniqa voorziet in de behoefte om veel meer plastic afval volledig te recyclen dan nu het geval is. Directeur en oprichter Tonnis Hooghoudt: ‘Van al het plastic wereldwijd wordt nu maar tien procent gerecycled; de rest verdwijnt in de grond, in de natuur en in verbrandingsovens. Voor PET-verpakkingen is het iets beter: in Europa komt bijvoorbeeld een kwart gerecycled in een PET-fles terug.’ Verpakkingen met verschillende soorten plastic en ook gekleurd plastic waren tot nu toe niet te recyclen tot nieuwe voedselveilige verpakkingen. Dat plastic wordt soms eenmalig hergebruikt in andere producten, het zogenoemde ‘downcyclen’.
Slimme katalysator
Daar brengt Ioniqa nu verandering in door zowel kleurloos als gekleurd PET uit plastic verpakkingen volledig af te breken tot de bouwstenen waaruit het is opgebouwd. Hooghoudt noemt dit ‘upcyclen’, omdat van afval weer een voedselveilige grondstof wordt gemaakt en dit proces eindeloos te herhalen is. ‘We gebruiken hiervoor een slimme katalysator met magnetische eigenschappen. Die zet polyesters om in monomeren. Het geheim van de smid zit in het ontwerp van de katalysator met het gebruik van ionische vloeistoffen’, legt Hooghoudt uit. De kleurstoffen gaan met de katalysator uit de vloeistof en zijn vervolgens ook te recyclen. Andere soorten plastic worden uit de vloeistof gefilterd. Het proces vindt plaats bij een temperatuur van ongeveer 180 °C en atmosferische druk. De monomeren kristalliseren daarna bij kamertemperatuur. Na drogen blijft een poeder over voor verdere verwerking door de plasticindustrie.
‘Het geheim van de smid zit in het ontwerp van de katalysator’
Mayonaiseflessen
Acht jaar geleden begon Hooghoudt met Ioniqa als start-up van de TU Eindhoven. Na de eerste fases in het lab in Eindhoven en een demofabriek in Rotterdam is Ioniqa nu met het echte industriële werk bezig. Afgelopen juli is de nieuwe fabriek in gebruik genomen op de Chemelot Campus in Geleen.
De eerste samenwerkingen met de industrie zijn al tot stand gekomen. Plasticproducent Indorama gaat het poeder tot korrels verwerken, waarmee Unilever en Coca Cola nieuwe voedselverpakkingen gaan maken. Begin volgend jaar wil Unilever de eerste mayonaiseflessen met voor de helft gerecyclede PET op de markt hebben. Hooghoudt: ‘Plastic is een hot topic. We merken dat er nu echt haast in de markt zit.’ Na plastic verpakkingen met PET wil Ioniqa zich straks ook richten op de polyestervezels uit kleding en andere plasticsoorten.
Ioniqa begint met een productie van tienduizend ton per jaar in zijn Geleense fabriek, wat nog steeds een schijntje is in het enorme aanbod én de enorme vraag van tachtig miljoen ton polyester wereldwijd. De volgende stap is daarom om licenties uit te geven voor nieuwe fabrieken in binnen- en buitenland. Zo wil Hooghoudt de circulaire economie verder op gang brengen. ‘De plasticproductie kunnen we niet alleen bedienen met afval uit Nederland’, stelt hij. ‘We halen al veel afval uit het buitenland. Nederland kan nu de leiding nemen in de circulaire economie. Ik zou willen zien dat een wereldhaven als Rotterdam straks niet meer vol ligt met schepen met producten gemaakt van olie, maar met grondstoffen zoals polyester plastic waardoor geen olie meer nodig is.’
Dit artikel is verschenen in C2W, vakblad voor chemie en life sciences.
Meer artikelen in C2W:
Tags