Van de nazomer tot ver in de winter kleuren bessen onze bossen. Prachtig om te zien, maar vooral een belangrijke voedselbron voor vogels – met zelfs de kans om een beetje tipsy te worden. Welkom in de bessenbar van Moeder Natuur.
Het bessenseizoen begint al in de zomer, met de eerste rijpe bosbessen en in augustus en september de in trossen hangende vlierbessen. ‘Zwartkoppen, kramsvogels en spreeuwen zitten dan massaal op vlierbessenstruiken om op te vetten voor de winter’, vertelt Erik van der Spek, die boswachter is op Texel. Hij ziet de vlierbes op allerlei plekken terug, ook in de duinen waar hij veel komt. ‘De vlier staat op voedselrijke plekken met veel stikstof in de bodem, bijvoorbeeld waar eerst duindoorn zich heeft gevestigd. Die slaat stikstof uit de lucht op in stikstofknolletjes bij de wortels. Daardoor kan de vlier daar groeien.’
Kieskeurig
Vogels hebben duidelijk hun voorkeur voor bepaalde bessen. Ze beginnen met de krenten uit de pap en laten minder smakelijke bessen ‘staan’ voor later in het seizoen, als er niet zo veel meer te kiezen valt. In de herfst en winter zijn bessen een welkome bron van energie en voedingsstoffen. Dan staan onder meer duindoorn, meidoorn en lijsterbes op het menu. Duindoorn vinden veel vogels pas lekker als de vorst eroverheen is geweest; dan zijn ze minder zuur.
Sommige vogels eten als zogenaamde vruchteneters bijvoorbeeld een rozenbottel in zijn geheel op, andere plukken de zaadjes eruit en weer andere zijn dol op de harde pitten van steenvruchten als de sleedoorn. Vogels hebben de vrucht dus nodig voor hun levensonderhoud, en die afhankelijkheid is wederzijds. Bij het eten van bessen verspreiden de vogels namelijk onbedoeld de zaden die in de bessen zitten. Wat vogels hier eten en niet verteren, poepen ze immers een eind verderop weer uit. Zo kunnen er op andere plekken nieuwe struiken gaan groeien.
Belangrijk voor insecten
Om de cirkel rond te maken, hebben bessenstruiken ook in het voorjaar een belangrijke rol in het ecosysteem. Vooral de vuilboom neemt een sleutelpositie in. De naam van deze kleine boom waarschuwt voor het laxerende effect van de besjes. In bossen en tuinen hebben vuilbomen echter een ander effect dan hun naam doet vermoeden. Maandenlang bedienen hun onopvallende bloemetjes allerlei insecten. ‘Veel bessenstruiken bloeien maar één maand in het voorjaar. Maar de vuilboom bloeit nog steeds als er in het bos niets anders meer in bloei staat en is daarmee een goede nectarleverancier,’ vertelt Erik.
Dronken vogels
Er zijn heerlijke, onschuldige bessen, maar ook bessen die hartstikke giftig zijn. Vogels hebben daar – in tegenstelling tot mensen – geen last van. Ze verteren de giftige pitten niet en poepen ze in hun geheel weer uit. Lijsters, spreeuwen en pestvogels lusten daarom best een taxusbesje. Toch kan het eten van bessen ook voor vogels onverwacht gevaarlijk zijn. Als het fruit aan de bomen overrijp is en gaat gisten, ontstaat er alcohol. Vogels die daar veel van eten, worden een beetje dronken. Net als dronken mensen, zijn ze dan minder alert. Ze hupsen en vliegen wat ongecoördineerd rond en zijn dan een makkelijker prooi voor bijvoorbeeld roofvogels en katten.
Wildplukken
Wil je bessen of vruchten plukken? Kijk dan eerst of ze groeien op een plek waar je mag komen. Als je erbij kunt vanaf de rand van het pad of zonder andere planten te beschadigen, is plukken geen probleem. Zorg wel dat je zeker weet of je niet met een giftige bes te maken hebt. Pluk vervolgens alleen voor eigen gebruik, zodat het grootste deel overblijft voor de vogels. Trekvogels en standvogels hebben de bessen namelijk nodig om de winter door te komen.
Dit artikel is verschenen in nr. 3 herfst 2020 van Staatsbosbeheer Magazine.
Afbeelding van homecare119 via Pixabay
Meer artikelen voor Staatsbosbeheer Magazine
Tags