Interview met huisarts John Schmeitz

Sinds drie jaar volgt Zeeland als PAM-regio haar eigen koers. John Schmeitz is de eerste PAM voor de Zeeuwse huisartsen. Hij streeft naar meer diversiteit in het scholingsaanbod, met onderwerpen als chronische zorg en diagnostiek. 

Waarom bent u PAM geworden?

“Ik was al vele jaren EKC in Zeeland, dus eigenlijk wel toe aan iets anders. Toen ik werd gevraagd om PAM te worden van Zeeland, had ik nog geen concreet idee van wat het inhield. Ik had van onze vorige PAM wel eens kritische vragen over nascholingen gekregen, terwijl ik het dan een goede scholing vond. Dat leidde destijds tot discussies. Daarom dacht ik dat ik inmiddels wel een mening had gevormd over nascholingen en dus wilde ik me er ook wel meer mee gaan bezighouden. Ik heb bovendien altijd al iets met onderwijs gehad. Je hebt op een hele leuke manier contact met allerlei mensen, bijvoorbeeld lokale specialisten. Inmiddels heb ik ook allerlei landelijke contacten gekregen.”

Wat kenmerkt Zeeland als PAM-regio?

“Zeeland is een van de kleinste PAM-regio’s van Nederland met tegen de 40 toetsgroepen. We hebben natuurlijk een provincie met veel water en weinig inwoners. Dat merk je aan alles. Diensten op de huisartsenposten verdeel je onder relatief weinig artsen. Bestuursfuncties ook. We hebben geen grote bureaus met veel overhead, maar koesteren het idee ‘van huisartsen, voor huisartsen, door huisartsen’. Op die manier houden we alles kleinschalig. Tot drie jaar geleden werkten we als PAM-regio samen binnen een grote zorgorganisatie. Daar viel Rotterdam en omstreken onder. Ik vond dat Zeeland toen weinig invloed had binnen zo’n grote PAM-regio. We waren echt een uithoek. Als je de scholing dan compleet zelf, inclusief accreditatie, kunt organiseren, is dat veel fijner. Ik ben dus de allereerste PAM in Zeeland.”

Is het PAM-werk goed te combineren met het werk in uw eigen praktijk?

Het is geen hele intensieve functie. Veel werk concentreert zich rond het einde van het jaar als alle aanvragen voor scholingen binnenkomen. Vaak heb ik voor de feestdagen daarom nog aardig wat regelwerk te doen, terwijl het in de praktijk ook druk is. De rest van het jaar is het relatief rustig. Ik krijg dan verslagen van de toetsgroepen, organiseer een keer een terugkomdag voor de EKC’s en heb af en toe een vergadering. Alles bij elkaar is de tijdinvestering beperkt.”   

Hoe werkt u samen met de EKC’s?

“Het voornaamste deel van mijn werk vind ik het coachen van de EKC’s. We zijn allemaal hoogopgeleide professionals, die nascholing moeten regelen. Dan wil ik niet als leraar met een rode pen gaan afstrepen wat wel en niet mag. Naar mijn idee zijn er zoveel vormen van nascholing mogelijk. Ik vind het belangrijk om de EKC’s te coachen om diversiteit in het aanbod voor hun toetsgroep aan te brengen. In het verleden waren de toetsgroepen FTO-groepen die vooral over medicatie gingen. Nu hebben de groepen een meer divers programma. Ze bespreken bijvoorbeeld ook onderwerpen als chronische zorg en diagnostiek. Ik denk dat die diversiteit een meerwaarde heeft voor de deelnemers. Op de terugkomdagen voor EKC’s hebben we daarom allerlei spelers uitgenodigd die de inhoud van een bijeenkomst kunnen vormgeven. Als PAM wil ik de EKC’s uit hun comfortzone halen en het ze tegelijk zo makkelijk mogelijk maken. Zij hebben het ook druk met hun eigen praktijk. Ik wil ze dus graag ontzorgen met kant-en-klare programma’s van bijvoorbeeld de Zeeuwse diagnostiekorganisatie, specialisten uit het ziekenhuis en de programma’s van FTO.”      

Wat vindt u naast diversiteit nog meer belangrijk in het scholingsaanbod?

“Als toetsgroep ga je aan de slag met collega’s en dat zijn meestal collega-huisartsen. Maar in de praktijk verleen je de zorg als team, met assistenten, praktijkverpleegkundigen, POHs, PAs en verpleegkundig specialisten. Die moet je dus ook meenemen in de deskundigheidsbevordering. Assistentes zouden dus ook aanwezig kunnen zijn bij de toetsgroep als het onderwerp voor hen relevant is, bijvoorbeeld kinderen met koorts. Voor POHs is dat bij chronische zorg en POHGGZs bij antidepressivagebruik. Je ziet namelijk dat de farmaceutische industrie zich tegenwoordig ook richt op de POHs en daar moeten we waakzaam op zijn. 
Het voordeel van die kant-en-klare programma’s is overigens ook een nadeel. Voor een EKC die het druk heeft en nascholingen moet organiseren, is heel verleidelijk om voor kant-en-klaar programma’s over hightech insuline en nieuwe bloedverdunners te kiezen. Maar andere middelen krijgen dan te weinig aandacht. Ik probeer me sterk te maken voor meer landelijk scholingsaanbod hierover. Dat is nodig als tegenhanger van gesponsord aanbod.’

Welke ontwikkelingen ziet u in dit coronajaar in uw PAM-regio?

Ook in onze regio zie ik de mogelijkheden voor online bijeenkomsten toenemen. Ik denk dat dit de toekomst heeft. Onlangs was er een online nascholing, georganiseerd in Walcheren met een mdl-arts en een diëtist. Het is fantastisch dat ze hiermee gaan experimenteren. Tot mijn verbazing zag ik dat vijftig Zeeuwse artsen ingelogd hadden. Bij een gewone bijeenkomst zijn we al blij met vijftien tot vijfentwintig artsen. Zeeuwen gaan immers niet gauw op een avond even naar een ander deel van de provincie. Natuurlijk heeft een gewone nascholing ook een sociale functie. De contacten met anderen zijn zeker belangrijk, maar een online bijeenkomst is wel efficiënter. Het komt de inhoud ten goede, zie ik. De komende tijd is de uitdaging om de toetsgroepen ook online te organiseren. Bij de volgende terugkomdag voor de EKC’s gaan we dit ook centraal stellen.”  

Blijft u nog lang PAM?

“Ik zie het mezelf nog wel een paar jaar doen, maar niet tot aan mijn pensioen. PAMs zijn vaak wat ouder en vervullen deze rol nog na hun carrière als huisarts. Die ambitie heb ik niet. Een PAM moet wat mij betreft nog helemaal in de dagelijkse praktijk staan. Je moet de nieuwe trends signaleren. Over twee, drie jaar heb ik mijn ideeën ook wel uitgedragen en dan mag iemand met weer een andere blik op de materie het stokje overnemen.”

Dit artikel is verschenen in FTO.nu Magazine, vakblad voor huisartsen en apothekers, in de najaarseditie van 2020.

Afbeelding van hansiline via Pixabay 

Meer artikelen in FTO.nu Magazine:

Tags

Zorg

Comments are closed.

Omhoog ↑