‘Mensen van boven de 90 jaar hebben allerlei vormen van schade in de hersenen. Toch leiden die niet altijd tot dementie,’ vertelt Nienke Legdeur over haar onderzoek naar dementie bij de alleroudsten. Zij werkt als arts-onderzoeker aan het Amsterdam UMC locatie VUmc. Vorig jaar vertrok ze voor vier maanden naar de VS om nog meer te weten te komen over 90-plussers.
Van alle 90-plussers krijgt veertig procent te maken met dementie. De rest blijft goed functioneren. Wat er in hun hersenen gebeurt, was tot voor kort alleen na overlijden onderzocht. Legdeur en haar Nederlandse en Amerikaanse collega’s keken als één van de eersten bij leven: ‘De hersenen van ouderen met en zonder dementie gaan steeds meer op elkaar lijken. Dat blijkt uit onderzoek na overlijden. Hersenen krimpen als je ouder wordt, maar ook als je dementie krijgt. Ophopingen van eiwitten zien we ook bij beide groepen. Er gebeurt zoveel tegelijk in de hersenen. Traagheid in bewegen en denken, bijvoorbeeld, wordt gestuurd door veel verschillende processen. Bij het ouder worden, neemt je werksnelheid vaak af. Dan kun je niet meer zien wat het effect van dementie is.
Effect van dementie
Bij sommige hersenprocessen bij de alleroudsten is dementie dus lastig vast te stellen. Maar bij leven blijken er toch verschillen te zijn, ontdekte Legdeur. De verschillen lijken wel kleiner te zijn dan bij mensen die op jonge leeftijd dementie krijgen. ‘Jonge mensen met dementie hebben bijvoorbeeld meer schade aan de kleine bloedvaten in de hersenen dan jonge mensen zonder dementie. We hebben nu voor het eerst gezien dat dit ook het geval is bij 90+’ers. Dit verband lijkt echter wel minder sterk dan bij jonge mensen’, legt Legdeur uit.
Weerstand tegen dementie
Het is behoorlijk puzzelen om de processen te ontrafelen, die dementie veroorzaken op deze leeftijd. Zelfs iemand met alle vormen van schade, kan toch dementievrij blijven. Dat is een kleine groep, die Legdeur nu ook onderzoekt. ‘Deze mensen kunnen weerstand bieden tegen die schade. Hebben ze een bescherming tegen verouderingsprocessen?’, vraagt zij zich af. Het antwoord zoekt ze niet alleen in de hersenen, maar ook in de huid. Dat lijkt vreemd, maar dat is het voor Legdeur niet. ‘We denken dat in de huid te vinden is waarom sommige mensen een jongere biologische leeftijd hebben.’ Hoe jonger je huid, hoe gezonder je hersenen, denken de onderzoekers. ‘Maar dat is nog slechts een theorie.’
Medicijnen
Het onderzoek van Legdeur laat zien hoe belangrijk het is om de hersenen van de alleroudsten te bestuderen. ‘Mijn collega’s in Amerika ontdekten bijvoorbeeld dat hoge bloeddruk alleen bij jongere mensen een risico vormt. Bij ouderen juist niet. Daar kunnen artsen rekening mee houden als ze medicijnen voorschrijven.’ Legdeur verwacht dat ook andere verschillen die ze gevonden heeft, zullen helpen bij het ontwikkelen van medicijnen. ‘Medicijnen worden steeds meer persoonlijk. Ik denk dat er medicijnen komen voor mensen met veel tau of met veel amyloid. Ook leeftijd zal straks een rol spelen bij de keuze voor een medicijn. Voor de oudsten is het misschien nog wel moeilijker om goede medicijnen te vinden dan voor jongeren.’ Er is dus nog een lange weg te gaan, voordat het oudere brein al zijn geheimen heeft prijsgegeven.
Dit artikel is gepubliceerd op de website van Alzheimer Nederland.
Meer lezen?
- Deel 2 van het interview met Nienke Legdeur: Gezond oud worden zonder dementie
- Amyloid helpt bij verspreiding tau
- IJzer is een aandrijvende factor bij Alzheimer
Tags