Elke mutatie een eigen behandeling

Voor longkanker komen steeds meer gerichte behandelingen beschikbaar. Ze pakken kankercellen met een specifieke mutatie aan. Merel Hennink heeft zo’n specifieke mutatie en wordt daar nu voor behandeld.

‘Tijdens mijn vakantie in Frankrijk kwam ik met mijn racefiets de berg niet meer op’, vertelt Merel Hennink over de periode voorafgaand aan de diagnose longkanker. Ze was al langer moe, maar weet dat eerst aan haar drukke baan als projectleider en docent-onderzoeker bij de PABO van de Hanze Hogeschool Groningen. Helaas kreeg ze van sporten haar energie niet terug. En dan was er nog een naar hoestje.

De huisarts besloot een longfoto te laten maken. Op de foto was een longontsteking te zien. Maar antibiotica hielp niet en Merel kreeg ook een vreemde bobbel in haar nek. ’Dat was foute boel omdat er een lymfeklier opgezet was die dat niet hoorde te zijn.’ Na nog een longfoto werd Merel doorgestuurd naar het ziekenhuis waar ze een biopt (stukje weefsel) liet afnemen en een PET-scan (een beeldvormend onderzoek) kreeg. Een week later kreeg ze te horen dat ze longkanker heeft. Haar oncoloog besloot bij Merel te onderzoeken of ze een zeldzame gen-mutatie heeft. Zo’n DNA-verandering kan verantwoordelijk zijn voor de groei van een longtumor. Uit het onderzoek bleek dat Merel een zeer zeldzame vorm van longkanker heeft die wordt veroorzaakt door een specifieke DNA-verandering, de zogenaamde ROS1-translocatie. Het goede nieuws voor Merel was, dat je met deze mutatie doelgerichte therapie kunt krijgen. ‘Doelgerichte therapie is erop gericht om alleen de foute cellen aan te vallen en de gezonde cellen niet’, vertelt ze. ‘Hoe mooi is dat?’

Steeds meer mensen met ongeneeslijke longkanker krijgen mutatieonderzoek. Heb je een bepaalde mutatie in je DNA, dan kun je doelgerichte therapie krijgen. Merel wil alle mensen met longkanker en longartsen wijzen op de mogelijkheid van mutatieonderzoek. ‘Het kan levens redden,’ stelt ze. Zijn mutatieonderzoek en doelgerichte therapie bij longkanker echt de nieuwe hoop voor een grote groep patiënten? Merel heeft immers een zeer zeldzame vorm van longkanker. Longarts Anthonie van der Wekken van het UMC Groningen behandelt mensen met longkanker en onderzoekt mutaties en therapieën.

Foutjes in DNA
Het aantal patiënten met de ROS1– translocatie is klein, slechts één op de honderd mensen met longkanker heeft deze DNA-verandering. Bij een translocatie is een stukje DNA verschoven naar andere plek in een DNA-streng. Behalve een translocatie kan iemand ook een mutatie hebben, een andere verandering in het DNA. Cellen met een translocatie of mutatie maken bepaalde eiwitten niet op de juiste manier. Die cellen kunnen zichzelf dan bijvoorbeeld niet beschermen tegen ongeremde delingen.

Ongevoelig voor chemo

ROS-1 is niet de enige bekende DNA-verandering bij longkanker. ‘We kennen inmiddels tientallen mutaties en translocaties voor longkanker’, legt Van der Wekken uit, ‘en in totaal gaat dat om ongeveer twintig procent van alle mensen met longkanker.’ Vooral bij longkanker dieper in de longen, adenocarcinoom (kanker van de slijmvormende cellen), komen mutaties en translocaties voor. Het gaat hierbij om een kwart van de gevallen.

Kankercellen hebben soms al mutaties en translocaties op het moment van de diagnose. Dan reageren ze minder goed op chemotherapie. Maar het DNA van een kankercel kan ook tijdens de behandeling veranderen. Die cellen worden vaak resistent (ongevoelig) voor chemo. Doelgerichte therapie blijkt in beide situaties een goed alternatief. Deze behandeling grijpt heel precies in op cellen met een DNA-verandering. Het maakt dus niet zozeer uit wánneer de DNA-verandering is opgetreden. Het gaat erom wélke verandering het is. Dat bepaalt namelijk op welke eiwitten de therapie zich moet richten. ‘Doelgerichte therapie is een middel dat precies aan die eiwitten bindt die zorgen voor de ongeremde deling. Het medicijn voorkomt dat zo’n eiwitje zijn werk kan doen’, legt Van der Wekken uit. Zo zijn er naast ROS1-remmers ook medicijnen voor andere DNA-veranderingen, zoals EGFR-, ALK-, BRAF-remmers.

Vergevorderde longkanker

De voordelen van doelgerichte therapie voor de patiënt zijn groot, blijkt uit de uitleg van Van der Wekken. ‘We zien dat patiënten langdurig reageren op doelgerichte therapie, bij sommige medicijnen zelfs jaren achter elkaar. Doelgerichte therapie werkt met name op cellen met die bepaalde mutatie en valt dus vooral kankercellen aan.’ Dat is directe winst voor mensen met een gevorderde longkanker met een specifieke mutatie. ‘Dan maakt de conditie van de patiënt veel minder uit, zelfs als mensen bedlegerig zijn, zie je vaak dat ze ervan opknappen.’

Iedereen testen

Voordat iemand met longkanker doelgerichte therapie kan krijgen, moet eerst worden uitgezocht om welke mutatie of translocatie het gaat. Van der Wekken legt uit hoe dat gaat: ‘We nemen een biopt van de tumor en halen het DNA uit de cellen. Daarin meten we veranderingen in het DNA, waarvan we verwachten dat die ervoor zorgen dat bepaalde eiwitten ‘aan’ staan. Testen voor mutaties en translocaties is de laatste jaren veel makkelijker geworden. We kunnen nu volstaan met twee testen, eentje voor mutaties en eentje voor translocaties. Eerder waren het veel meer verschillende testen.’

Ook Merel kreeg na de diagnose beide onderzoeken. Daaruit bleek dat Merel een ROS1– translocatie heeft en dat verklaart waarom de chemotherapie voor haar niet de beste keuze was. Waarna een behandeling gestart werd met doelgerichte therapie voor haar specifieke mutatie.
Net als Merel pleit Van der Wekken ervoor om bij iedere patiënt mutatieonderzoek te doen. ‘Het gebeurt nu ongeveer bij driekwart van de patiënten, maar dat is dus niet bij iedereen’, weet Van der Wekken. ‘Mutatieonderzoek is ook niet altijd mogelijk als de conditie van de patiënt het nemen van een biopt in de weg staat. Bij alle andere patiënten met adenocarcinoom, dus longkanker van slijmvormende cellen, is het goed om mutatieonderzoek te doen. Maar dat gebeurt dus helaas nog niet altijd’, stelt Van der Wekken.  

Puzzels oplossen

In de toekomst zal mutatieonderzoek alleen maar belangrijker worden. Artsen en onderzoekers blijven nieuwe mutaties en translocaties ontdekken. De laatste jaren komen er bovendien steeds nieuwe behandelingen bij. Deze richten zich op nieuw ontdekte mutaties, waarvoor behandelingen nog hard nodig zijn. Het is een enorme puzzel van verschillende typen longkanker en doelgerichte therapieën. Van der Wekken probeert voor elke patiënt in overleg met andere specialisten de puzzel op te lossen. Hij maakt daarvoor onderdeel uit van het Moleculaire Tumor Board van het UMCG, waarin moleculair biologen, pathologen (specialisten in diagnostiek), oncologen (specialisten kankergeneeskunde) en longartsen zitten. Zij denken na over de beste behandeling bij zeldzame of onbekende mutaties, combinaties van verschillende mutaties of als resistentie is opgetreden.

Van der Wekken: ‘Dit soort overleg wordt in de toekomst alleen maar belangrijker als we iedereen een persoonlijke behandeling willen geven. We maken ook steeds meer gebruik van computermodellen die ons helpen om de beste behandeling te kiezen voor een patiënt.’ De komende jaren verwacht hij dat voor steeds meer mutaties en translocaties nieuwe behandelingen beschikbaar komen. ‘Ik hoop dat we over vijf of tien jaar bij veel meer mensen de ziekte langdurig onder controle kunnen houden.’

Eigen initiatief

Wat Van der Wekken patiënten aanraadt om te doen? ‘Het is belangrijk dat patiënten weten dat je ook naar DNA-veranderingen kunt kijken bij een adenocarcinoom. Ze kunnen er zelf naar vragen of dat ook wordt gecheckt.’ Stel vragen en denk mee over je eigen behandeling, is dus zijn advies. ‘Het komt zelfs af en toe voor dat patiënten iets hebben gelezen en met een goed idee komen voor hun behandeling. Patiënten kunnen zo zelf een rol spelen in hoe hun eigen behandeling eruit ziet.’

Het is hard nodig om deze zeldzame groepen meer bekendheid te geven en daar werkt Merel hard aan mee. Ook is ze sinds 2015 lid van de Patiënten Advies Raad (PAR) van Longkanker Nederland en is ze ambassadeur van LuCE (LungCancer Europe). Ze probeert zo het gezicht en de stem van longkankerpatiënten te zijn. Merel: ‘Als patiëntadvocate reis ik de hele wereld af om te pleiten voor onder andere de mutatietesten. Voor mij was mutatieonderzoek van levensbelang. Ik raad het alle patiënten aan die ik spreek. Het kan je leven in ieder geval een stukje verlengen, als er een doelgerichte therapie is voor jouw mutatie.’ 

Dit artikel is gepubliceerd in Longkanker in perspectief.

Meer lezen?

Tags

Biomedisch
Zorg

Comments are closed.

Omhoog ↑