Onleefbare aarde

Over vijftig jaar kan de aarde onhoudbaar heet worden voor miljarden mensen. Tropische landen lopen het grootste risico. Ook wij ontkomen niet aan de gevolgen, al zijn die van een heel andere aard.

Je buiten in het zweet werken in de zomer is hier al geen pretje, maar in de tropen is het nog een heel ander verhaal. Door de aardopwarming neemt die hitte alleen maar toe. Een internationaal team van ecologen, klimaatwetenschappers en archeologen zegt nu dat maar liefst een derde van de wereldbevolking in een onleefbaar gebied kan komen te wonen. En dat al in 2070.

Vandaag is bijna 1 procent van het aardoppervlak te heet om er te wonen. Over vijftig jaar kan dat weleens 19 procent zijn – goed voor een gebied waar tegen die tijd 3,5 miljard mensen wonen. De resultaten van het onderzoek zijn begin mei gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS. Hoe komen de onderzoekers tot deze verregaande conclusies?

Temperatuur bepaalt

‘Mensen leven van de polen tot de evenaar. Je kan stellen dat de hele wereld leefbaar is’, zegt Marten Scheffer, ecoloog aan de Wageningen Universiteit. ‘Toch leven we al zeker zesduizend jaar vooral onder dezelfde omstandigheden, blijkt uit archeologisch onderzoek.’ 

De auteurs van de paper keken niet alleen naar de bevolking van zesduizend jaar geleden. Ze namen ook gegevens van vijfhonderd en driehonderd jaar terug onder de loep, en vergeleken het geheel met de situatie vandaag. Ze zagen dat vooral de temperatuur bepaalt waar mensen leven. Ook al heeft de aarde nu heel wat meer bewoners dan in de prehistorie, nog steeds leeft het gros van de wereldbevolking bij een gemiddelde jaartemperatuur van 11 tot 15 graden Celsius. Kennelijk is dat onze ideale klimaatzone.

‘We hebben ook gekeken naar maximum- en minimumtemperaturen, neerslag, bodemvruchtbaarheid en andere factoren, maar die verklaarden toch niet zoveel’, aldus Scheffer. ‘In extreem droge gebieden wonen weliswaar weinig mensen, maar de gemiddelde jaartemperatuur was echt het doorslaggevende.’

Onleefbare gebieden

Ook in gebieden waar de jaartemperatuur hoger ligt dan 15 graden is het nog best aardig leven. Maar er is een grens. Komt de jaartemperatuur boven de 29 graden, dan bestempelen de onderzoekers de zone als vrijwel onleefbaar. In die gebieden, zoals middenin de Sahara, leven nu slechts enkele miljoenen mensen.

Als de aarde aan het eind van deze eeuw met 3,2 tot 5,4 graden opwarmt, dan breiden die gebieden zich sterk uit. Ineens beslaan ze een brede strook van de Amazone, gaan ze dwars door de Sahara, de Sahel en het Midden-Oosten, en strekken ze zich verder uit naar India, Zuid-China, Indonesië en Australië. Het aantal mensen in die zones loopt dan op tot het bovenvermelde cijfer van 3,5 miljard.

Confronterende vuistregel

De schattingen over de verwachte temperatuurstijging in deze eeuw lopen wel nogal uiteen. Voor hun paper rekenden Scheffer en zijn team met de scenario’s van het IPPC (Intergovernmental Panel on Climate Change), het klimaatpanel van de Verenigde Naties. De scenario’s beschrijven hoe sterk de concentratie broeikasgassen in de lucht de komende decennia zullen toenemen. Voor het zogeheten RCP2.6-scenario – de meest positieve inschatting – moeten we onze uitstoot in de toekomst het sterkst verminderen. Voor het RCP8.5-scenario het minst.

De berekening die Scheffer en zijn team maakten en waarbij 3,5 miljard individuen over vijftig jaar in een onleefbaar klimaat wonen, is gebaseerd op het RCP8.5-scenario, waarbij de uitstoot het hoogst is. Dat is een extreem scenario: het veronderstelt dat de uitstoot in deze eeuw blijft stijgen en geen daling kent. De temperatuur op aarde neemt dan met 3,2 tot 5,4 graden toe.

Sommige onderzoekers vragen zich inmiddels af of het nog wel realistisch is om met RCP8.5 te blijven rekenen. ‘Sinds het klimaatakkoord van Parijs in 2015 hebben we al maatregelen genomen om dat scenario te vermijden’, zegt klimaatwetenschapper Guus Velders (Universiteit Utrecht). ‘Anderzijds zijn nog steeds alle scenario’s mogelijk.

Scenario’s en voorspellingen

‘We weten natuurlijk niet welk scenario de mensheid uiteindelijk zal volgen. Hopelijk daalt de uitstoot’, aldus Scheffer. ‘Tegelijk suggereren nieuwe modellen dat het klimaat weleens gevoeliger zou kunnen zijn voor broeikasgassen dan we eerder aannamen. De uiteindelijke opwarming kan dus beter uitvallen dan we voorspellen, maar het kan ook slechter.’

Volgens Scheffer is de waarschijnlijkheid van de scenario’s ook niet het belangrijkste. ‘Wij laten juist zien hoe gevoelig de mens is voor temperatuurstijging. Uit ons model blijkt dat elke graad opwarming in 2070 ervoor zorgt dat 1 miljard mensen in een vrijwel onleefbaar klimaat kan belanden. Dat maakt de gevolgen van klimaatverandering duidelijk.’ Als hij van – de waarschijnlijker – 2 of 3 graden opwarming in 2100 (de RCP4.5- tot RCP6.0-scenario’s) uitgaat, dan komt de uitkomst nog steeds op meer dan 2 miljard mensen, al in 2070. Zijn vuistregel van een miljard per graad over vijftig jaar blijft overeind, stelt hij.

Airco’s

Hoe dan ook waren Scheffer en zijn collega’s verbijsterd toen ze zagen hoezeer we afhankelijk zijn van temperatuur en hoeveel individuen straks in onleefbare gebieden wonen. Ook voor Guus Velders is die sterke voorliefde voor temperatuur verrassend. ‘Ik had niet beseft hoe belangrijk die gemiddelde jaarlijkse temperatuur was. Er leefden hier immers ook mensen in de ijstijden, maar het is natuurlijk de vraag hoe bloeiend die economieën waren.’

‘Tegenwoordig kunnen veel mensen in bijvoorbeeld het Midden-Oosten zich airco’s veroorloven’, vervolgt Velders. ‘Zij passen zich aan, maar of zoveel binnenzitten leuk is, is weer een ander verhaal. In andere gebieden hebben mensen niet eens genoeg geld voor dat soort hulpmiddelen.’  

Niet meer zweten

Het menselijke lichaam heeft zo zijn fysieke grenzen, waardoor extreme hitte voor grote problemen zorgt. Onze huidtemperatuur van 35 graden is de limiet waarbij we ons lichaam nog kunnen koelen door te zweten. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer hittestress we ondervinden. Is de lucht vochtig, dan is koelen extra moeilijk. Je kan dan minder goed zweten en het zweet laten verdampen van de huid, want de lucht bevat al veel vocht.

Daarom hebben veel meetstations tegenwoordig ook een thermometer met natte doeken. Die meet de temperatuur, en houdt tegelijk rekening met de luchtvochtigheid. Bij een ‘natte’ temperatuur van 35 graden neemt het sterfterisico aanzienlijk toe, zelfs voor wie het rustig aan doet en de schaduw opzoekt. Als de huid meer bloed moet krijgen in een poging om toch nog te koelen, vermindert de bloedtoevoer naar andere organen en lopen die na een tijdje schade op.

De ‘droge’ temperatuur kan overigens nog wel een stuk hoger zijn. Amerikaanse onderzoekers kwamen begin mei met wereldwijde gegevens van maximumtemperaturen boven of vlakbij de limiet van 35 graden. Die werd vooral gemeten in de Perzische Golf: 14 keer in 39 jaar. Dat lijkt vrij beperkt, maar ook minder hitte kan al dodelijk zijn.

Hittestress

In Europa was de hittegolf van 2003 berucht. De ‘natte’ temperatuur bleef weliswaar onder de 28 graden, en toch vielen er in die periode veel meer doden. In Parijs nam de sterfte door hitte met 70 procent toe. In heel Europa overleden zeventigduizend mensen vroegtijdig door het warme weer. De extra doden zijn niet alleen kwetsbare ouderen. Onder de Franse beroepsbevolking vielen ook slachtoffers. In twee weken tijd overleden duizend extra mensen tussen de twintig en zeventig jaar, vooral mannen.

Harde cijfers over de gevolgen van hittestress voor de gezondheid zijn schaars. In Qatar overlijden jaarlijks honderden bouwvakkers aan hartaanvallen die waarschijnlijk aan de hitte te wijten zijn. Wereldwijde gegevens ontbreken.

Wel is er naast hartfalen een hele waslijst met andere gezondheidsproblemen bekend, schreven Nieuw-Zeelandse en Engelse wetenschappers in 2016. Naast directe problemen als uitputting en uitdroging geeft hitte ook meer risico op nierfalen, klachten van chronische ziektes, bijwerkingen van medicijnen en hersenafwijkingen bij ongeboren kinderen. Het is ook bekend dat individuen last hebben van slapeloosheid door warme nachten en dat zelfdoding en geweldsmisdrijven toenemen bij extreme hitte.

Verloren werktijd

In tropische landen met lage inkomens komt hittestress het hardst aan. Arbeiders in de bouwsector, straatverkopers, mijnbouwers en landbouwers verrichten er fysiek belastend werk, ook in het heetste seizoen. Zelfs bij wie geen acute gezondheidsproblemen krijgt, loopt de productiviteit behoorlijk terug.

In 2050 is het verlies aan werkuren in Zuidoost-Azië elk jaar 29 procent, berekenden dezelfde Nieuw-Zeelandse en Engelse onderzoekers eerder. Ook andere tropische gebieden komen uit op dat soort getallen. In de heetste periode van het jaar kan de verloren tijd zelfs oplopen tot meer dan 60 procent. Er blijft steeds minder tijd over om veilig te werken. Velen kunnen het zich niet veroorloven om op het heetst van de dag rustig aan te doen. Ze werken alsnog, met verminderde productiviteit. Dat heeft gevolgen voor hun gezondheid én voor de economie.

Economisch optimum

De vraag is nu hoe groot het temperatuureffect is op de economische productiviteit van een land. Historisch onderzoek in 166 landen levert hiervoor een opvallend resultaat. Met gegevens vanaf 1960 is per land het bruto binnenlands product van jaar tot jaar in relatie tot de temperatuur berekend. De optimale jaartemperatuur blijkt dan 13 graden te zijn.

Wordt het warmer of kouder in een land, dan heeft dat invloed op de economie. Bij hoge temperaturen neemt de economische productiviteit van een land snel af. ‘Deze onderzoekers hebben totaal andere gegevens gebruikt’, zegt Scheffer, ‘maar komen op precies hetzelfde optimum uit. Dat laat wel zien hoe afhankelijk we zijn van temperatuur.’ Door de opwarming neemt de economische ongelijkheid verder toe, verwachten de onderzoekers van beide studies.

Massamigratie

België en Nederland zitten met respectievelijk 9,8 en 10,9 graden dicht tegen de ideale klimaatzone aan. De economie en volksgezondheid zullen daarom minder te lijden hebben onder een temperatuurstijging. ‘Wij krijgen wel meer met droogte te maken. Daar gaat de landbouw zeker last van ondervinden. En tropische ziektes overgedragen door muggen kunnen toenemen. Denk aan malaria en dengue’, somt Velders op. ‘Maar hier kunnen wij ons goed aanpassen aan een veranderend klimaat.’

Scheffer en Velders zien wel een ander probleem: migratie van honderden miljoenen mensen uit de onleefbare gebieden. Velders: ‘Uit de Sahelregio komen nu al steeds meer migranten hierheen. Het klimaat speelt daar zeker een rol in.’ Scheffer verwijst naar een studie waaruit bleek dat de klimaatopwarming in het vruchtbare Syrië al heeft geleid tot de extreemste droogte in negenhonderd jaar. De moeilijke omstandigheden op het platteland dreven miljoenen individuen naar de steden.

Daar namen de spanningen toe, met oorlog en massamigratie tot gevolg. ‘Natuurlijk hebben veel meer factoren een rol gespeeld bij het uitbreken van de oorlog in Syrië,’ zegt Scheffer, ‘maar de invloed van klimaat valt gewoon niet te negeren.’

Slimme oplossingen

Het goede nieuws uit Scheffers onderzoek is dat elke graad minder opwarming een miljard minder mensen in de problemen brengt. ‘Om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan kunnen we twee dingen doen’, meent Velders. ‘We kunnen de uitstoot verminderen en we kunnen de samenleving aanpassen. Het is duidelijk dat we van de fossiele brandstoffen af moeten. Biomassa is een groene brandstof, maar ze kan wel de concentratie fijnstof in de lucht verhogen. Ook dat heeft een effect op de gezondheid. We moeten dus wel met slimme oplossingen voor vermindering en aanpassing komen.’

Voor de wereldproblematiek ziet Scheffer nog een derde oplossing: ‘We zullen er ook over moeten nadenken hoe we mensen beter kunnen spreiden over de leefbare gebieden op aarde. Daarop rust nu nog een taboe, maar misschien moeten we daar wel naartoe. Dit wordt een wereldwijde opgave.’

Dit artikel is gepubliceerd in EOS Wetenschap editie 7-8 / 2020

Meer in EOS Wetenschap:

Tags

Ecologie
Wetenschap

Comments are closed.

Omhoog ↑